-
1 stride
n. schrede, (grote) stap--------v. schrijden, voortstappenstride1[ strajd] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 pas ⇒ stap, schrede2 gang♦voorbeelden:take something in (one's) stride • ergens makkelijk overheen stappen; iets spelenderwijs doen/klaren————————stride21 schrijden ⇒ (voort)stappen, grote passen nemen♦voorbeelden:stride across/over • stappen over -
2 take something in (one's) stride
ergens makkelijk overheen stappen; iets spelenderwijs doen/klaren
Перевод: с английского на все языки
со всех языков на английский- Со всех языков на:
- Английский
- С английского на:
- Нидерландский